De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het financieringsbeleid van de gemeente Gouda zijn renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s. Om deze risico’s te beheersen, gelden de wettelijke normen uit de Wet Fido: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
De kasgeldlimiet is bedoeld om grote schommelingen in rentelasten te voorkomen en beperkt de korte financiering (leningen met een looptijd korter dan een jaar). De maximale korte financiering bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal aan het begin van het jaar, met een ondergrens van € 0,3 miljoen. De gemeente mag de kasgeldlimiet niet langer dan twee opeenvolgende kwartalen overschrijden.
De renterisiconorm heeft als doel om risico’s op langlopende leningen (met een looptijd langer dan een jaar) beheersbaar te houden.
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begrotingstotaal (primitief) | 355 | 355 | 355 | 355 | |||||||
In procenten van de grondslag | 8,50% | 8,50% | 8,50% | 8,50% | |||||||
Kasgeldlimiet | 30 | 30 | 30 | 30 | |||||||
Gemiddelde kortlopende schuld (-/- = schuld, + = tegoed) | 23,5 | 14,5 | 10,2 | 11,8 | |||||||
Vrije ruimte | 7 | 16 | 20 | 18 |
Bovenstaande tabel toont aan dat in 2024 ruimschoots is voldaan aan de kasgeldlimiet.
Om grote schommelingen in rentelasten bij langlopende financiering te voorkomen, stelt de Wet Fido een grens aan de jaarlijkse aflossingen. Een gemeente mag per jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal aflossen, met een ondergrens van € 2,5 miljoen. Dit zorgt ervoor dat de renterisico’s gespreid blijven over meerdere jaren en voorkomt plotselinge pieken in de rentelasten.
Omschrijving (bedragen * € 1.000.000) | Begroting 2024 | Realisatie 2024 | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begrotingstotaal (primitief) | 355 | 390 | |||||||||
In procenten van de grondslag | 20% | 20% | |||||||||
Renterisiconorm | 71 | 78 | |||||||||
Aflossing op vaste schuld | 17 | 17 | |||||||||
Ruimte (+) / overschrijding (-) | 54 | 61 |
De gemeenteraad hanteert als uitgangspunt dat leningen of borgstellingen uitsluitend worden verstrekt wanneer deze binnen de publieke taak vallen. Andere vormen van uitzettingen zijn op grond van de Wet Fido niet toegestaan. Overtollige financieringsmiddelen mogen alleen worden belegd bij banken met een voldoende kredietwaardigheid, de Rijksoverheid of medeoverheden.
Kredietrisicobeheersing is gericht op het beperken van de risico’s die de gemeente loopt bij financiële transacties. Dit betreft zowel verstrekte geldleningen en beleggingen als verleende garanties.
De onderstaande tabel geeft inzicht in de aard en omvang van de uitzettingen per 31 december 2024.
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | Begroting 2024 | Realisatie 2024 | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Publieke taak |
|
| |||||||||
Leningen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen | 61 | 72 | |||||||||
Leningen aan woningbouwcorporaties | 0 | 0 | |||||||||
|
|
| |||||||||
Prudent beheer |
|
| |||||||||
Financiele instellingen (rating A en hoger) | 2.353 | 2.825 | |||||||||
Overige (semi-)overheidsinstellingen | 0 | -105 | |||||||||
Overige toegestane instellingen | 0 | 568 | |||||||||
Overige niet toegestane instellingen | 0 |
| |||||||||
|
|
| |||||||||
Totaal | 2.414 | 3.360 |
De uitzettingen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen bestaan uit verstrekte leningen aan het Dierentehuis Midden-Holland en de financiering van smartphones voor gemeentelijk personeel.
De uitzettingen bij financiële instellingen met een A+ rating of hoger betreffen de deelname van de gemeente in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en het Nationaal Restauratiefonds.
Onder de overige toegestane instellingen vallen de werkkapitaalfinancieringen aan het Kenniscentrum Bodemdaling en Fundering (KBF) en Jeugdbescherming West. De financiering aan het KBF was bij het opstellen van de Begroting 2024 nog niet voorzien. De financiering aan Jeugdbescherming West wordt verlengd om de continuïteit van jeugdbescherming en jeugdreclassering te waarborgen.
Het risicobeslag van verstrekte borgstellingen wordt verantwoord in paragraaf 6.7 onder "Niet uit de balans blijkende langlopende financiële verplichtingen". Het kredietrisico op deze borgstellingen wordt meegenomen bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit.
Liquiditeitsrisico houdt in dat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn om aan directe betalingsverplichtingen te voldoen.
In 2024 was de toegang tot de geld- en kapitaalmarkt het hele jaar gegarandeerd. Hierdoor beschikte de gemeente steeds over voldoende financiële middelen om tijdig aan haar verplichtingen te voldoen.