De overige onderdelen van de algemene dekkingsmiddelen worden als volgt toegelicht.
De Gemeentewet bepaalt welke belastingen gemeenten mogen heffen. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven vast. Sommige belastinginkomsten hebben een specifieke bestemming, zoals de riool- en afvalstoffenheffing. Andere inkomsten, zoals de onroerendezaakbelasting (OZB) en parkeerbelastingen, worden ingezet als algemene dekking voor gemeentelijke uitgaven.
Onroerende zaakbelasting (woningen en niet-woningen)
De OZB is een gemeentelijke belasting op woningen en niet-woningen en vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente Gouda. Binnen de lokale heffingen levert de OZB de op één na hoogste opbrengst, na de rioolheffing. De OZB bestaat uit een belasting voor eigenaren en een belasting voor gebruikers.
De hoogte van de aanslag OZB wordt bepaald aan de hand van de WOZ-waarde van het pand. Deze waarde wordt jaarlijks vastgesteld volgens de Wet WOZ. Voor 2024 is uitgegaan van de waarde peildatum 1 januari 2023. De OZB-tarieven worden jaarlijks herzien.
De opbrengsten van de OZB worden verantwoord binnen de taakvelden OZB woningen en OZB niet-woningen. Hier tegenover staan de perceptiekosten: dit zijn de kosten die de gemeente maakt voor het opleggen en innen van de aanslagen, de afhandeling van bezwaarschriften en de uitvoering van de Wet WOZ.
Een uitgebreide toelichting op de OZB is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen.
Parkeerbelastingen
Dit omvat de opbrengsten uit straat- en terreinparkeren, vergunningen en naheffingsaanslagen. In Gouda zorgt met name het betaalde straatparkeren rondom de binnenstad voor jaarlijkse inkomsten. In de paragraaf Lokale heffingen is een toelichting opgenomen.
Overige belastingen
Onder dit taakveld vallen belastingen zoals precariobelasting en hondenbelasting. Een uitgebreide toelichting op deze heffingen is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen.
De opbrengsten uit gemeentelijke belastingen waren in 2024 hoger dan begroot. Dit komt vooral door hogere inkomsten uit parkeerbelasting. Tijdens de 2e bestuursrapportage is de begroting van de parkeeropbrengsten geactualiseerd. Aan het eind van het jaar bleek dat de werkelijke inkomsten uit parkeren alsnog hoger waren dan verwacht. Dit is met name veroorzaakt door extra inkomsten uit straat- en terreinparkeren. Daarnaast waren de opbrengsten uit naheffingsaanslagen iets hoger dan eerder geraamd.
De uitkering uit het gemeentefonds is de grootste algemene inkomstenbron van de gemeente. De uitkering bestaat uit verschillende onderdelen. Het grootste deel wordt bepaald op basis van objectieve maatstaven, zoals het aantal inwoners, huishoudens, bijstandsontvangers en woonruimten. De gemeente is in principe vrij om de volledige uitkering naar eigen inzicht te besteden.
Het rijk publiceert jaarlijks drie circulaires over het gemeentefonds (mei, september en december). Het college informeert de raad steeds over de financiële gevolgen hiervan voor de Goudse begroting.
Op basis van de decembercirculaire 2024 heeft de gemeente € 0,7 miljoen meer ontvangen uit het gemeentefonds dan eerder geraamd op basis van de septembercirculaire. Vanwege de late publicatie van de circulaire kon de extra opbrengst niet meer worden verwerkt in een begrotingswijziging.
Binnen dit onderdeel vallen diverse posten, waaronder de post voor onvoorzien en andere stelposten. Daarnaast worden hier de loonkosten verantwoord van bovenformatief personeel dat niet meer werkzaam is en de lasten en baten van gedetacheerd personeel.
Onvoorziene uitgaven
In de wet staat dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven moet worden opgenomen. De inzet hiervan is alleen onder voorwaarden toegestaan. In de oorspronkelijke Programmabegroting 2024 was een bedrag van € 151.000 geraamd. De gemeenteraad heeft met de vaststelling van de 2e bestuursrapportage 2024 besloten tot aframing van de post onvoorzien naar nihil.
Stelposten
Stelposten zijn bedragen in de begroting die het financiële overzicht compleet maken maar waarvan de exacte invulling op dat moment nog niet vaststaat. Tijdens het begrotingsjaar worden deze posten concreet uitgewerkt en ingevuld.
In de Begroting 2024 waren stelposten opgenomen voor loon- en prijscompensatie, uitbreiding Westergouwe, taakmutaties gemeentefonds, het Winterplan, ontwikkeling kapitaallasten, de motie realisatiekracht en een verwachte onderuitputting van de meerjarenbegroting. De meeste posten zijn gedurende het jaar via begrotingswijzigingen ingevuld of vrijgevallen. De uitzondering hierop zijn de taakmutaties uit de septembercirculaire 2024 gemeentefonds. Deze middelen bleven beschikbaar voor nadere invulling maar konden in de resterende maanden van het jaar niet meer in een begrotingswijziging worden verwerkt.
De gemeente Gouda heeft in 2024 een voorlopige inventarisatie uitgevoerd om te bepalen welke gemeentelijke activiteiten onder de vennootschapsbelasting (VPB) vallen. In totaal zijn 40 clusters beoordeeld op hun belastingplicht. Uit deze analyse blijkt dat in ieder geval de clusters parkeergarages, kermis en straatparkeren belastbare activiteiten zijn. Daarnaast heeft de Belastingdienst geoordeeld dat de concessie van reclameborden ook onder de VPB-plicht valt. De beoordeling van de grondexploitaties (grexen) moet nog plaatsvinden.
De totale aangifte over 2024 bedraagt naar verwachting € 479.000, wat resulteert in een VPB-druk van circa € 110.000. De verdeling hiervan is als volgt:
Vrijstelling voor straatparkeren en kermis waardoor geen belasting verschuldigd is.
Parkeergarages: Geen vrijstelling van toepassing, VPB-druk van circa € 37.000.
Reclamebordenconcessie: Geen vrijstelling van toepassing, VPB-druk van circa € 73.000.
De Belastingdienst heeft de gemeente Gouda naheffingsaanslagen opgelegd voor de concessie van reclameborden. Hiertegen is bezwaar aangetekend. Meerdere gemeenten hebben hierover een gerechtelijke procedure aangespannen. In 2024 is een uitspraak gedaan in het voordeel van de gemeenten, maar de Belastingdienst heeft hoger beroep aangetekend. De uitkomst van het hoger beroep kan nog enkele jaren op zich laten wachten. De Belastingdienst heeft toegezegd dat de gemeente lopende beroepsprocedures mag afwachten en geen aparte procedure hoeft te starten voor toekomstige aanslagen.
Door een nauwkeurigere kostentoerekening aan de clusters parkeergarages en reclameborden over de jaren 2022, 2023 en 2024, is over deze jaren minder VPB verschuldigd. Dit leidt tot een positief resultaat van € 289.000.