Weerstandscapaciteit

Weerstandscapaciteit is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s. De weerstandscapaciteit wordt uitgedrukt in een weerstandsratio.

Weerstandsratio = beschikbaar weerstandsvermogen : benodigd weerstandsvermogen

Beschikbaar weerstandsvermogen

Het beschikbaar weerstandsvermogen bestaat uit de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële risico’s (niet begrote kosten of tegenvallende opbrengsten) op te vangen. Dit is de som van de Algemene reserve en van het rekeningresultaat, voor zover dit wordt toegevoegd aan de Algemene reserve.1

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het beschikbare weerstandsvermogen in 2023 en 2024 weergegeven.

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2024

2023

Algemene reserve (31/12)

27.934

31.604

Subtotaal voor resultaatbestemming

27.934

31.604

Resultaatbestemming AR

12.246

6.389

Beschikbaar weerstandsvermogen (31/12)

40.180

37.993

De startpositie per 1 januari 2024 correspondeert met de jaarstukken 2023, na verwerking van de voorgestelde besluitvorming ten aanzien van het rekeningresultaat 2023. Dit besluit voor 2024 wordt pas definitief genomen bij de vaststelling van het rekeningresultaat 2024, en kan wijzigen als de raad anders besluit. Het beschikbaar weerstandsvermogen bedraagt € 27.934.000 ultimo 2024.

Benodigd weerstandsvermogen

Het benodigd weerstandsvermogen is een optelsom van alle risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het berekenen van het benodigd weerstandsvermogen maakt de gemeente Gouda een onderscheid tussen risico’s verbonden aan grondexploitaties en overige risico’s. De risico’s verbonden aan grondexploitaties worden gekwantificeerd met behulp van de IFLO-methode. Daarbij wordt een risico-opslag van 10% gehanteerd met betrekking tot de toekomstige opbrengsten en de toekomstige kosten. De overige risico’s (going concern) worden gekwantificeerd met behulp van een Monte Carlo simulatie.

In onderstaande tabel wordt de top-10 risico’s met de grootste financiële impact toegelicht. Het totaaloverzicht is te vinden in de bijlage.

Naam

Omschrijving

Risico-gebied

Kansper-centage

Maximaal (*€1.000)

Top 10 risico´s

Open einde regeling Jeugd

De Jeugdwet is een open-einde regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het lopende jaar - in dit geval 2025 - niet toereikend is.

Jeugdzorg

70%

€ 4.000

Museum Gouda

De (klimatologische) conditie van het museumgebouw en depot is ondermaats. Zonder meer investeringen nemen de risico’s voor de bedrijfscontinuïteit toe. Mocht dat risico zich voordoen, dan leidt dit tot extra, incidentele kosten voor instandhouding van het gebouw, opslag en overige kosten. Dit kan ook consequenties hebben voor de subsidie aan Museum Gouda.

Cultuur

80%

€ 3.000

Open einde regeling Participatiewet (BUIG-budget)

De gemeente ontvangt een BUIG uitkering voor het betalen van bijstandsuitkeringen/uitkeringen Levensonderhoud en Loonkostensubsidies. Het BUIG-budget betreft twee deelbudgetten met een verschillende financieringssystematiek; beide zijn open einde regelingen.

Financieel risico deelbudget bijstandsuitkeringen
Afhankelijk van de ontwikkeling van het macrobudget, het budgetaandeel en van de bijstandsvraag in de gemeente bestaat een financieel risico.
Gemeenten moeten een tekort tot 7,5% op hun budget voor de Participatiewet zelf opvangen (eigen risico) uit eigen middelen. Voor grote(re) tekorten op het budget is er een vangnetuitkering Participatiewet die gemeenten (beperkte) financiële compensatie biedt, met een getrapte vergoeding.

Financieel risico deelbudget loonkostensubsidies (LKS)
Het deelbudget voor loonkostensubsidies wordt toegekend op basis van de gemeentelijke uitgaven aan loonkostensubsidie in het voorgaande jaar. Ook dit is een open einde regeling, waarbij het macrobudget LKS vooraf wordt vastgesteld/gemaximeerd. Voorlopig zorgt het ministerie ervoor dat het macrobudget LKS voldoende is om de uitgaven aan LKS volledig te dekken.
Financiële risico’s voor de gemeente zijn er desondanks bij sterke schommelingen in de inzet van loonkostensubsidies (bijvoorbeeld bij sterke toename van de inzet in een kalenderjaar) en bij lagere inzet van LKS dan gemiddeld in de andere gemeenten.

Werk en inkomen

70%

€ 3.000

Borg- en garantstellingen

Gemeenten staan borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van organisaties zoals culturele instellingen, voetbalclubs, bibliotheek, etc. Als een partij niet kan voldoen aan de verplichting jegens de bank, dan zal de bank de gemeente aanspreken de betalingsverplichting over te nemen of de schuld over te nemen bij een faillissement (afhankelijk van de gevestigde zekerheden). Het Schouwburgcomplex is een borgstelling met een hoger risicoprofiel dan in voorgaande jaren, en de Cheese Experience met een lager risicoprofiel.

Treasury

20%

€ 6.600

Inflatie

Door inflatie kunnen de prijzen voor afgenomen diensten en producten hoger uitpakken dan verwacht, mogelijk meer dan de uitkering uit het Gemeentefonds meestijgt door de loon-prijsindexatie.

Financiën

50%

€ 2.500

Fiscaliteit

Het onderdeel fiscaliteit binnen gemeenten wordt steeds complexer en het is een uitdaging om de bewustwording en de kennis breed in de organisatie te brengen en te houden. We zetten hier op in.

Financiën

30%

€ 3.000

Programma voorzieningen

In 2024 zijn aanvragen voor het programma voorzieningen huisvesting onderwijs ingediend waarbij dekking komt uit de Begroting 2025. Afhankelijk van de plannen uit het IHP 2e tranche onderwijshuisvesting en besluiten in de Kadernota kan worden bepaald of de ISK-verbouwing nodig is. Na vaststelling van deze twee documenten kan worden bepaald of het budget nodig is voor de ISK-verbouwing. Dit risico was aanwezig op 31 december 2024, in mei 2025 is gebleken dat het risico zich niet voor zal doen.

Onderwijs

60%

€ 1.300

Stijgende materiaalkosten en krapte op de markt

Risico dat prijzen omhoog gaan voor aanbestedingen of op basis van Uniforme Administratieve Voorwaarden §47 (UAV) afspraken na aanbesteding. Veel materialen worden schaarser (en duurder) en veel aanbieders zitten vaak vol. Hier speelt ook de onzekerheid van de oorlog in Oekraïne en in het Midden Oosten.

Prijzen gaan dan omhoog voor lopende en nieuwe beheer- en projectaanbestedingen. Het beheerplan Groot Onderhoud en Vervangingsonderhoud (GOVO) is aangenomen met daarin een inflatiecorrectie. Dit zorgt ervoor dat een eventuele prijsstijging geheel of gedeeltelijk regulier kan worden opgevangen

Beheer Openbare Ruimte

40%

€ 1.500

Verbonden partijen en samenwerking

Verbonden partijen zijn gemeentelijke samenwerkingsverbanden of deelnemingen die gevormd zijn om bepaalde taken bijvoorbeeld efficiënter uit te voeren. De gemeente Gouda heeft in de rechtspersonen bestuurlijke invloed en/of financiële belangen. Per 1 januari 2025 is daar de gemeenschappelijke regeling Jeugd en Wmo Midden Holland bijgekomen.
De gemeentelijke bijdrage van Gouda aan de publiekrechtelijke verbonden partijen bedraagt in 2025 op begrotingsbasis € 29,6 miljoen; aan de privaatrechtelijke partijen bedraagt de totale gemeentelijke bijdrage € 19,3 miljoen.

Bij samenwerkingsverbanden kunnen risico's ontstaan door: uittredingen van deelnemers, een niet-sluitende begroting, het verminderen van bijdragen aan regelingen door het Rijk of daling van reserves waardoor tekorten binnen de verbonden partij niet meer opgevangen kunnen worden. Maar ook verminderde afname van ondersteunende diensten die we als gemeente leveren, of andere markteisen. Verder kennen we ook het risico dat de gemeentelijke indexering geen gelijke tred houdt met de CAO-ontwikkelingen van gemeenschappelijke regelingen.

Verbonden partij/subsidie

50%

€ 1.000

Aansprakelijkheid en nadeelcompensatie

Niet of onvoldoende nakomen van contractuele afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig handelen of onjuiste toepassing van regelgeving kan ertoe leiden dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade. Deze schade kan ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, evenementen, etc.). Meestal door handelen of nalaten van de gemeente (onterecht weigeren/verlenen vergunning, werken in de openbare ruimte). Het gaat hierbij om grotere schades die niet worden gedekt door de verzekering (contractuele aansprakelijkheid) of boven de dekking uitgaan.

De gemeente kan ook aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van op zichzelf rechtmatig handelen, bv. door werkzaamheden in het openbaar gebied doordat winkels en/of bedrijven moeilijk bereikbaar zijn (gederfde winst). De drempel om in aanmerking te komen voor nadeelcompensatie is relatief hoog zodat de kans van optreden laag wordt ingeschat en het risico niet wordt meegenomen in het berekenen van de weerstandscapaciteit.

Centraal Juridische Afdeling

30%

€ 1.500

De toekomstige kasstromen bij grondexploitaties leveren per definitie risico’s op. Opbrengsten kunnen tegenvallen, terwijl ook de kosten hoger kunnen uitvallen. Deze risico’s kunnen worden gekwantificeerd, waarbij ervan uit wordt gegaan dat er een kans bestaat dat opbrengsten en kosten met 10% tegenvallen. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties komt dan uit op € 7.714.219.

Voor de going concern risico's wordt een Monte Carlo simulatie uitgevoerd. De resultaten kunnen als volgt worden weergegeven:

De simulatie die is uitgevoerd met betrekking tot de overige procesrisico’s (going concern) levert een benodigd weerstandsvermogen op van € 12.465.217. Daarbij wordt het gebruikelijke zekerheidspercentage van 90% gehanteerd.

Het benodigd weerstandsvermogen voor 2024 en verder bedraagt dan bij het opmaken van deze jaarrekening € 20.179.436.

Beoordeling weerstandsvermogen

Door het beschikbaar weerstandsvermogen te delen door het benodigd weerstandsvermogen wordt de weerstandsratio van de gemeente berekend. Deze weerstandsratio fungeert als indicator voor de weerstandscapaciteit. De weerstandsratio ziet er voor Gouda ultimo 2024 als volgt uit: 40.180 / 20.179 = 2,0 en kwalificeert als ruim voldoende.

De weerstandsratio kan als volgt van een kwalificatie worden voorzien:

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2024

2023

Beschikbaar weerstandsvermogen

40.180

37.994

Benodigd weerstandsvermogen

20.179

18.262

Weerstandsratio

2,0

2,1

Waardering

Ratio

Betekenis

A

>2,0

Uitstekend

B

1,4-2,0

Ruim voldoende

C

1,0-1,4

Voldoende

D

0,8-1,0

Matig

E

0,6-0,8

Onvoldoende

F

<0,6

Ruim onvoldoende

Het beschikbaar weerstandsvermogen moet minimaal gelijk zijn aan het benodigd weerstandsvermogen om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich daadwerkelijk voordoen.