Algemene grondslagen voor de Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:
De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium:
Voor het voorwaardencriterium is het normenkader 2024 op 11 december 2024 door de raad vastgesteld;
Ten aanzien van het begrotingscriterium bestaat de norm uit de financiële verordening 2024, de kadernota rechtmatigheid 2024 en het besluit begroting en verantwoording. Overschrijding van lasten is in principe onrechtmatig is maar kan als acceptabel worden aangemerkt wanneer de geconstateerde overschrijding binnen de afspraken die door het college met de raad zijn gemaakt (zie financiële verordening 2024). Voor over- en onderscheidingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze onrechtmatig zijn als ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld.
Voor het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium geldt het vastgestelde beleid per proces. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid, zijn alleen die opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens).
De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2024 van de commissie BBV alsmede de financiële verordening gemeente Gouda 2024. Dit betekent dat:
Een verantwoordingsgrens van 2% van de totale lasten inclusief dotaties aan reserves (afgerond € 8.054.000) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
Een rapportagegrens van 5% van de verantwoordingsgrens (afgerond € 403.000) is gehanteerd waarboven individuele fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen.